FERNANDO NORONHA & BLACKSOUL (Brasil) reporter: Laurence photo: Anja |
|
CONCERT REVIEW | |
De zomer is voorbij, donkere wolken en regen, de tenten zijn terug opgeborgen tot volgend festivalseizoen, tijd dus om terug de gezellige blueskroegen in het land af te schuimen. De ploeg van Goorblues heeft een mooie selectie bands voorzien voor het najaar en als opener werd gekozen voor Fernando Noronha & Blacksoul, een Braziliaanse bluesband die ik 2 jaar geleden al kon appreciëren in de nabijgelegen Willem Tell. Spijtig genoeg kan keyboard speler Luciano Leàes de band pas vervoegen op hun Europese tournee na14 september wegens een oogoperatie en zullen alle Belgische optredens zonder hem doorgaan. Het goede nieuws was dat Paul ‘Greasy P’ Vandenberg (ex Bluezilla) ook van de partij was en een paar nummers meegespeeld heeft. Die programmatie scheen een schot in de roos te zijn en de gezellige kroeg was goed volgelopen. Met zoveel volk had een opstelling van het podium achteraan misschien een betere klank kunnen produceren voor alle toeschouwers. Aan het podium werd ook een weinig gebruikt voorstuk aangebracht en met de vele liefhebbers tegenover de groep was het soms niet makkelijk om onze consumpties te gaan afhalen of de talrijke toiletbezoekjes te gaan doen voor de mensen aan de zijkanten. |
|
FERNANDO NORONHA & BLACKSOUL (Bras) website |
|
Na een korte dynamische intro zonder naam kregen we al direct een eigen song die op hun (reeds zevende) cd zal komen begin 2009. “What you get” is een bluesrock getint nummertje met SRV-achtige solopassages. “Blues from hell” kwam uit hun 3de album, was iets trager en klonk heel goed. Wie wil er in godsnaam naar de hemel als ze in de hel zo’n muziek spelen? Het werd geproduceerd door de bekende Hammond speler Don Levy en ik zou dit nummer wel eens willen terughoren met een toetsenman erbij, dat moet nog beter zijn. Dit gemis was niet allen in dit nummer terug te vinden. Naadloos werd doorgespeeld in “Dead end”, alweer een nieuwe eigen compositie, een deftige walking blues waarin duidelijk werd dat de ritmische sectie meer dan bekwaam was. Bassist Gugu Mendes is niet de vaste man van de groep en was voor het eerst in Europa maar scheen in hun thuisland regelmatig mee te spelen. Wij hielden er allemaal een sterke indruk aan over. Een bassist die elke bluesgroep wel in zijn rangen zou willen. In “Manish boy” was het de beurt aan drummer “Roni Martinez” om zich uit te leven in een Bo Diddley roffeltje als vast thema. Dit grotendeels instrumentaaltje werd doorklieft met zachte melodische passages op Fernando’s Fender. Volgende was een cover van uit de Jimmy Hendix Jamsession album. Met deze “Melting Universe” moet Fernando niet beschaamd zijn over zijn gitaarspel, de typische JH klank kwam er zeker bovendrijven. Op het einde zei hij dat hij blij was dat hij het er goed vanaf gebracht had, een bewijs dat het iedereen niet gegeven is om dit na te spelen. “Wish I could change” werd hun eerste trage, nen echte plekker! Hiervoor gespeelde hij zijn Gibson Firebird en het viel mij op dat hij veel in de lage tonen dook, wat trouwens een mooie klank gaf. Het was tevens een mooie demo van zijn capaciteiten als solist. Met “Man in love” begonnen ze serieus gas te geven, wat resulteerde in een snaarbreuk en korte bassolo tijdens de onvermijdelijke gitaarwissel. Paul speelde roadie van dienst en repareerde het euvel. Na een originele oempapa drumstart barste het geweld helemaal los met “Ain’t no angel”, een stevige rocker in John Lee Hooker stijl. Dit duivels nummer betekende wel het einde van de eerste set. De tweede set zou (zoals dikwijls) een veel sterkere indruk maken. “Lovin Man” klonk meer heavy, een beetje in American woman vormen. “10.000 miles” swingde weer zo goed dat een tweede snaar het begaf en de Gibson alweer naar Paul naast het podium moest. In “Not my problem” kregen we een mix van zang en gitaar. Het was een rustiger nummer van Eric Gales (op 4nov aanstaande in de Spirit of 66 te beluisteren, ook een aanrader). “Loan sharp blues” stond niet op hun playlist maar ik was blij dat ze het ertussen gewrongen hebben. In deze Rory Gallagher song kregen we zowel het typische extra snel gitaargeweld als een uitvoerige drumsolo voorgeschoteld. Bij “Highway 41” van Big Joe Turner kreeg de band het gezelschap van Paul Vandenberg, en dat die het samen goed kunnen vinden werd meteen duidelijk. Fernando en Paul zijn twee elkaar uitstekend aanvoelende sologitaristen en wat uit de PA kwam kon vergeleken worden met het geweld van twee 40 tonners die op highway 41 naast elkaar aan het drag racen waren, subliem! Hij bleef erbij voor “Hipshake” van Slim Harpo en dat was ook goeie poeier. Het werd uiteindelijk een medley met “The hunter” en toen was Paul’s speeltiijd over, hij glunderde toen hij het podium afkwam en kon rekenen op welgemeend applaus. Spijtig dat deze getalenteerde streekgitarist geplaagd blijft met gezondheidsproblemen, we zouden hem liever wat frequenter zien optreden. Het geweld maakte plaats voor “Red House”, een goed traag nummer met wah wah dat ook door JH gespeeld werd. Het deed mij sterk terugdenken aan passages in de legendarische Super session lp van Mike Bloomfield. De mooie stem van Fernando kwam hier op de voorgrond maar zorgde ook dat een nabij hangende spot zomaar los kwam te bengelen. We hadden wel zo iets verwacht omdat de grote Fernando weinig hoofdruimte overhad op het podium, maar hier kwam geen contact bij te pas, waarschijnlijk alleen door de stevige ritmische begeleiding (zonder dat die ooit te luid klonk). Met deze ook een pluim (bij) op de hoed van de patron Paul Vissers die de ganse tijd de mixing voor zijn rekening nam. Gezien het stevige drinktempo van de bandleden moesten bassist en drummer dringend gaan en kregen we een impromptu maar zeer toepasselijk “behind closed doors”, helemaal solo gespeeld en gezongen door Fernando. Daarna terug eentje voor het nieuwe album, “shinin bold”, een bluesrock met ook country freight train allures. Deze trein hield dan een iets te lange stop (vermoeidheid of promille?) terwijl Fernando moeite had om zijn gitaar gestemd te krijgen. Toen de batterijen terug opgeladen waren werd wel vaart gemaakt met “Carol” van Chuck Berry, een zuivere rock & roll en dat lag Fernando Noronha uitstekend, inclusief visuele act. De beentjes konden niet stil blijven en er begon serieus gedanst te worden (het is trouwens niet voor niets een danscafé). Maar door dan met “Hug and Kiss you” van Stevie Ray Vaughn, een goed gespeelde swinger van formaat. Als laatste kregen we “Rock ’n roll Hoochie Choo en was het publiek zeker op dreef. De encore was (het stilaan te dikwijls opgevoerde) “Voodoochille” van JH, met veel nagalm en vermengd met een stukje ZZ-Top “just got paid”. Fernando Norohna treedt op 11 september nog op in de Olense crossroad en op 12 september in de Millegemse Meulenberg, maar ik verkoos om hen in ’t Goor te gaan beluisteren omdat alleen daar Paul Vandenberg meespeelde. Zo te horen zijn er plannen voor optredens op Belgische festival(s) voor 2009, in het kader van hun Europeese tournee ter promotie van hun nieuwe cd, ik zal er ook zijn. Deze recensie had zeker niet zo compleet geweest had ik niet kunnen genieten van regelmatig deskundig commentaar van onze Kirri en Anja. Rootsville was on the road again, and we’ll keep on trucking in the future as well. Goorblues kan op ons volgend bezoek rekenen op 26 oktober want dan speelt Morblus, een buitengewone Italiaanse bluesband. Laurence |
|